10 werkwoorden met werken

Vergroot je woordenschat met deze 10 werkwoorden met werken.

Bewerken

Betekenis 1: iets aanpassen of veranderen, zoals video’s of foto’s

• Hij bewerkt de foto op zijn computer.

• Nadat ik deze video heb gefilmd, bewerk ik hem.

Betekenis 2: de grond klaarmaken om iets te planten

• De boer bewerkt zijn grond om groenten op te telen.

Meewerken

Betekenis 1: samen met anderen aan iets werken of meehelpen, bijvoorbeeld een project of een taak

• Als iedereen meewerkt, zijn we sneller klaar.

Betekenis 2: helpen of gehoorzamen bij een onderzoek

• De verdachte wil niet meewerken aan het onderzoek.

Tegenwerken

Betekenis: zorgen dat iets niet kan lukken, of dat iemand zijn doel niet kan bereiken

• Ze voelt zich gefrustreerd omdat haar collega haar tegenwerkt.

Overwerken

Betekenis: langer werken dan je normale uren

• We moeten vandaag overwerken om alles af te krijgen.

Telewerken

Betekenis: niet op kantoor, maar thuis (of op een andere plek) werken

• Ik mag van mijn baas twee dagen per week telewerken.

Netwerken

Betekenis: mensen leren kennen voor je werk of carrière

• Op LinkedIn kun je goed netwerken.

• Ze gaat vaak naar evenementen om te netwerken.

Samenwerken

Betekenis: samen met anderen werken aan iets

• Ze werken goed samen aan het groepsproject.

• Ik wil niet meer met hem samenwerken, hij luistert nooit.

Verwerken

Betekenis 1: informatie of emoties begrijpen en ermee leren omgaan, zoals na een traumatische gebeurtenis

• Ze moet het slechte nieuws nog verwerken.

• Het verlies van haar man heeft ze langzaam verwerkt.

Betekenis 2: iets omzetten in een eindproduct

• De fabriek verwerkt melk tot kaas.

(Zich) inwerken

Betekenis: een nieuwe medewerker leert het bedrijf kennen en de taken die hij of zij moet doen

• Morgen begint er een nieuwe werknemer bij ons op kantoor. Wie wil hem inwerken?

• Het zal een paar weken duren vooraleer ik me heb ingewerkt op mijn nieuwe werk.

Uitwerken

Betekenis 1: iets in detail beschrijven of maken. Er is bijvoorbeeld een (basis)idee of concept, maar het moet nog bewerkt of nauwkeurig gemaakt worden, met meer detail.

• Ze heeft haar idee goed uitgewerkt in het verslag.

• Kun je dit plan verder uitwerken?

Betekenis 2: het effect verliezen, bijvoorbeeld van een medicijn

• Het medicijn werkt na drie uur uit.

• De verdoving is uitgewerkt.

Download hier de PDF met alle definities, voorbeeldzinnen en een oefening.
Wil je graag meer video’s, oefeningen en PDF’s? Wordt dan snel een Patron!

Test je kennis met deze quiz.